De meeste CAO’s sluiten werkgevers met grote bonden af

Het afgelopen jaar zijn de grote bonden regelmatig buitenspel gezet bij CAO-onderhandelingen. Toch is hier nog geen sprake van een trend, constateren Laurens Harteveld en Geert de Bruin van AWVN in het maartnummer van Zeggenschap.

Volgens Harteveld en De Bruin heeft een werkgever de volgende opties:
1. Onderhandelen met dezelfde vakbonden (zoals FNV, CNV en De Unie).
2. Onderhandelen met een gewijzigde vakbondssamenstelling.
2. Overstappen op een bedrijfstak-CAO.
4. Onderhandelen met OR/PVT.
5. Arbeidsvoorwaarden zelf vaststellen.

Variant
In de praktijk verloopt veel arbeidsvoorwaardenvorming volgens optie 1: onderhandelen met dezelfde vakbondssamenstelling. Maar in 2015 hebben enkele werkgevers voor een variant gekozen. Zo werden er vier CAO's met Alternatief voor Vakbond (AVV) afgesloten waar FNV en CNV niet aan tafel zaten. Daarnaast werden in de marktsector negen CAO’s voor bijna 100.000 werknemers afgesloten, waar wel het CNV maar niet de FNV één van de ondertekenende partijen was. Datzelfde gold voor het loonakkoord voor de overheid waar FNV zich van distantieerde. 'Vooral na verhitte of sluimerende CAO-conflicten, waarbij het partijen maar niet wil lukken om overeenstemming over een nieuwe cao te bereiken, lijkt het voor een werkgever aantrekkelijk om de CAO los te laten. Maar met het loslaten van de CAO, laat de werkgever ook belangrijke voordelen van de CAO los (schaalvoordelen, standaardisatie, duidelijkheid) en kan de werkgever te maken krijgen met de nadelen van een CAO-loos bedrijf (zoals onder het regiem van een algemeen verbindend verklaarde CAO vallen en wijziging van het incorporatiebeding in elk individueel arbeidscontract)', aldus Harteveld en De Bruin.

Draagvlak
De auteurs zijn van mening dat elk van de genoemde alternatieven voor- en nadelen herbben werkgevers, vakbonden en werknemers, en dat de keuze voor de ene of andere optie in de praktijk beperkt is. 'Dat heeft te maken met de bedrijfsspecifieke situatie, de bedrijfsstrategie en individuele (inter)actie. Maar ook, bijvoorbeeld, omdat de vakbond een grote achterban heeft met hoge stakingsbereidheid. Voor werkgevers is dat laatste een belangrijk gegeven. Zij hebben belang bij stabiele en zakelijke verhoudingen en proberen arbeidsonrust te vermijden.
Het is dan ook voor een werkgever, maar het geldt voor alle partijen, van belang om een goede afweging te maken van voor- en nadelen verbonden aan de verschillende varianten. In de regel zal een variant met het meeste draagvlak de beste oplossing zijn.'

 

Het hele artikel lezen? Vraag een proefnummer aan, of neem een abonnement!